NL/Prabhupada 0848 - Iemand kan geen guru worden tenzij die Krishna-tattva kent: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0848 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0847 - Beschrijving van Kali-yuga staat in het Srimad-Bhagavatam|0847|NL/Prabhupada 0849 - We willen God zien maar we erkennen niet dat we niet gekwalificeerd zijn|0849}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|28rnOPxluDA|Je kan geen Guru worden, tenzij je Krishna-tattva kent<br />- Prabhupāda 0848}}
{{youtube_right|28rnOPxluDA|Iemand kan geen guru worden tenzij die Krishna-tattva kent<br />- Prabhupāda 0848}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:741227SB-BOMBAY_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/741227SB-BOMBAY_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Toen Caitanya Mahāprabhu en Rāmānanda Rāya over spirituele bewustwording spraken ... Rāmānanda Rāya kwam uit een śūdra familie, hij was het hoofd van een gezin en ook politicus, gouverneur van Madras. Caitanya Mahāprabhu vroeg aan hem ... Dit is Caitanya Mahāprabhu's līlā: mūkaṁ karoti vācālam, hoe Hij een śūdra, grhastha, politicus, tot Zijn guru, Caitanya Mahāprabhu's guru, maakt. Niemand kan Caitanya Mahāprabhu's guru worden, maar hij speelde deze rol. Hij stelde vragen en Rāmānanda Rāya gaf antwoorden. Dus stel je eens voor hoe verheven zijn positie was. Hij aarzelde een beetje toen hem zeer ingewikkelde vragen werden gesteld. Hij was heel goed in staat om te antwoorden. Hij beantwoordde ze ook, maar hij aarzelde een beetje. "Meneer, U komt uit een zeer hoge brāhmaṇa familie en U bent de meest geleerde persoon, en nu hebt U sannyāsa genomen, de meest verheven positie in de menselijke samenleving."
Toen Caitanya Mahāprabhu en Rāmānanda Rāya over spirituele realisatie spraken ... Dus Rāmānanda Rāya kwam uit een ''śūdra'' familie en hij was huisvader en ook politicus, gouverneur van Madras. Dus Caitanya Mahāprabhu stelde hem vragen en ... Dit is Caitanya Mahāprabhu's ''līlā'': ''mūkaṁ karoti vācālam'' ([[Vanisource:CC Madhya 17.80|CC Madhya 17.80]]), hoe Hij een ''śūdra'', ''grhastha'' en politicus Zijn guru maakt, Caitanya Mahāprabhu's guru.  


Sannyāsa is een zeer respectabele positie. Ze worden in India nog steeds geëerd. Waar een sannyāsī gaat, althans in de dorpen, daar biedt men hem respectvolle eerbetuigingen aan en voorzien ze hem van allerlei gemakken, nu nog steeds. In de śāstra staat, als iemand een sannyāsī geen respect geeft of hem niet naar behoren eert, dan moet deze man als straf minstens een dag vasten. Dit is het Vedische systeem. Maar veel sannyāsī's maken hier misbruik van, dus we hoeven ons daar niet druk om te maken. Caitanya Mahāprabhu was geen valse sannyāsī. Hij was een echte sannyāsī. En Rāmānanda Rāya was een echte gṛhastha. Hij aarzelde dus een beetje. Om hem aan te moedigen, zei Caitanya Mahāprabhu meteen, "Nee, nee. Waarom aarzel je? Waarom voel je je minderwaardig? Je bent guru." "Hoe kan ik guru zijn?" Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya ([[Vanisource:CC Madhya 8.128|CC Madhya 8.128]]). Een kenner van Krishna zijn, is geen gewone positie. Yatatām api siddhānāṁ kaścid vetti māṁ tattvataḥ ([[Vanisource:BG 7.3|BG 7.3]]). Wie Krishna kent, is geen gewone man. Yatatām api siddhānām (BG 7.3). Hij is zelfs boven de siddhas verheven. "Dus waarom aarzel je? Je kent Krishna-tattva, daarom vraag ik het aan jou." Dit is de positie.
Dus niemand kan Caitanya Mahāprabhu's guru worden, maar hij speelde deze rol. Hij stelde vragen en Rāmānanda Rāya gaf antwoorden. Dus stel je voor hoe verheven zijn positie was. Dus hij aarzelde een beetje, en toen hem zeer ingewikkelde vragen gesteld werden, was hij heel goed in staat om te antwoorden. Hij beantwoordde ze. Dus hij voelde wat terughoudendheid: "Heer, U komt uit een heel hoge ''brāhmaṇa'' familie en U bent de meest geleerde persoon en nu heeft U ''sannyāsa'' genomen, de hoogste positie in de menselijke samenleving."  


Deze beweging voor Krishna-bewustzijn is bedoeld, om mensen die bij ons komen te onderrichten, om hen te verheffen, ver, ver boven de siddhas, ver, ver boven de siddhas. Het is heel gemakkelijk. Je kan zo worden, je kan deze positie van guru krijgen. Guru is verheven boven de siddhas. Kṛṣṇa-tattva-vettā. Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya ([[Vanisource:CC Madhya 8.128|CC Madhya 8.128]]). Je kan geen guru worden, tenzij je Krishna-tattva kent. Geen gewone man. De yogi's, de karmis, de jñānīs, zij kunnen geen guru worden. Dat wordt niet erkend, omdat zelfs een jñānī, Krishna pas kan begrijpen, na vele, vele levens; niet in één leven, maar na vele, vele leven. Als hij blijft volhouden met zijn jñāna methode, zijn speculatieve methode, om de Absolute Waarheid te begrijpen, dan zal hij toch vele, vele geboorten moeten doorlopen. Uiteindelijk, op een dag, kan hij fortuinlijk zijn. Als hij in contact komt met een toegewijde, dan kan het mogelijk zijn voor hem om Krishna te begrijpen.  
''Sannyāsa'' is een heel respectabele positie. Dat wordt in India nog steeds geëerd. Overal waar een ''sannyāsī'' gaat, althans in de dorpen, biedt men hem respectvolle eerbetuigingen aan en geven hem allerlei comfort, nu nog steeds. In de ''śāstra'' staat dat als iemand een ''sannyāsī'' geen respect geeft of hem niet naar behoren eert dan moet die als straf minstens een dag vasten. Dit is het Vedische systeem. Maar veel ''sannyāsī's'' maken hier misbruik van, dus we maken ons daar niet druk om.  


Dat staat in de Bhagavad Gita: bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate ([[Vanisource:BG 7.19|BG 7.19]]). Wie is prapadyate? Die zich overgeeft aan Krishna. Tenzij je Krishna perfect begrijpt, waarom zal je je overgeven? Krishna zegt, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja([[Vanisource:BG 18.66|BG 18.66]]). Grote, grote geleerden zeggen: "Het is te veel." "Het is te veel wat Krishna eist, mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja. Dat is te veel." Dit is niet te veel. Dit is je werkelijke positie. Wie werkelijk gevorderd is, in zijn kennis ... Bahūnāṁ janmanām ante ([[Vanisource:BG 7.19|BG 7.19]]). Dat is niet haalbaar in een leven. Als hij volhardt in kennis, begrip van de Absolute Waarheid, na vele, vele levens, als hij daadwerkelijk kennis heeft, dan geeft hij zich aan Krishna over. Vāsudevaḥ sarvam iti sa mahātmā sudurlabhaḥ ([[Vanisource:BG 7.19|BG 7.19]]). Zo'n mahātmā ... Je vindt zoveel mahātmā's, simpelweg door hun kleding te veranderen, maar niet zo'n mahātmā. Sa mahātmā sudurlabhaḥ. Het is zeer moeilijk om een ware mahātmā te vinden, maar ze bestaan. Wie fortuinlijk is, kan zo'n mahātmā ontmoeten en zijn leven zal succesvol worden. Sa mahātmā sudurlabhaḥ.
Caitanya Mahāprabhu was geen nep ''sannyāsī''. Hij was een echte ''sannyāsī''. En Rāmānanda Rāya was ook een echte ''gṛhastha''. Dus hij voelde wat terughoudendheid. Om hem aan te moedigen zei Caitanya Mahāprabhu meteen: "Nee, nee. Waarom voel je terughoudendheid? Waarom voel je je minderwaardig? Je bent guru." "Nu, hoe kan ik guru zijn?" ''Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya'' ([[Vanisource:CC Madhya 8.128|CC Madhya 8.128]]). Want om een kenner van Kṛṣṇa te worden is geen gewone positie. ''Yatatām api siddhānāṁ kaścid vetti māṁ tattvataḥ'' ([[NL/BG 7.3|BG 7.3]]). Iemand die Kṛṣṇa kent is geen gewoon mens. ''Yatatām api siddhānām'' ([[NL/BG 7.3|BG 7.3]]). Hij is zelfs boven alle ''siddha's''. "Dus waarom aarzel je? Je kent ''Kṛṣṇa-tattva'', daarom vraag Ik het aan jou." Dus dit is de positie.
 
Dus de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging is bedoeld om de mensen die bij ons komen te trainen, om hun ver boven de ''siddha's'' te verheffen. En het is heel gemakkelijk. Iemand kan guru worden, iemand kan de positie van guru krijgen die ... Guru betekent iemand die boven de ''siddha's'' verheven is. ''Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya'' ([[Vanisource:CC Madhya 8.128|CC Madhya 8.128]]). Iemand kan geen guru worden tenzij die ''Kṛṣṇa-tattva'' kent. Geen gewoon mens. De ''yogi's'', de ''karmi's'' en de ''jñānī's'' kunnen geen guru worden. Dat is niet toegestaan want zelfs als iemand een ''jñānī'' is dan moet hij Kṛṣṇa leren kennen na vele levens, niet in één leven maar na vele levens. Als hij blijft volhouden om de Absolute Waarheid te begrijpen met zijn ''jñāna'' methode, zijn speculatieve methode, dan moet hij toch nog vele geboortes doorlopen. Dan kan hij op een dag fortuinlijk zijn. Als hij in contact komt met een toegewijde dan kan het mogelijk zijn voor hem om Kṛṣṇa te begrijpen.
 
Dat staat in de Bhagavad-gītā; ''bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate'' ([[NL/BG 7.19|BG 7.19]]). Wie is ''prapadyate''? Iemand die zich overgeeft aan Kṛṣṇa. Tenzij je Kṛṣṇa perfect begrijpt, waarom zou je je overgeven? Kṛṣṇa zegt; ''sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja'' ([[NL/BG 18.66|BG 18.66]]). Grote geleerden zeggen: "Het is te veel." "Het is te veel wat Kṛṣṇa eist. ''Mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja''. Dit is te veel." Dit is niet te veel. Dit is de werkelijke positie. Als hij werkelijk in kennis gevorderd is ... ''Bahūnāṁ janmanām ante'' ([[NL/BG 7.19|BG 7.19]]). Dat is niet haalbaar in één leven. Als hij volhardt in kennis, begrijpen van de Absolute Waarheid, dan, na vele levens, als hij werkelijk kennis heeft, dan geeft hij zich over aan Kṛṣṇa. ''Vāsudevaḥ sarvam iti sa mahātmā sudurlabhaḥ'' ([[NL/BG 7.19|BG 7.19]]). Zo'n soort ''mahātmā'' ... Je ziet zoveel ''mahātmā's'' die alleen van kleding veranderd zijn, niet zo'n soort ''mahātmā''. ''Sa mahātmā sudurlabhaḥ''. Het is heel moeilijk om zo'n ''mahātmā'' te vinden, maar ze bestaan. Als iemand fortuinlijk is kan hij zo'n ''mahātmā'' ontmoeten en zijn leven wordt succesvol. ''Sa mahātmā sudurlabhaḥ''.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:05, 25 July 2021



741227 - Lecture SB 03.26.18 - Bombay

Toen Caitanya Mahāprabhu en Rāmānanda Rāya over spirituele realisatie spraken ... Dus Rāmānanda Rāya kwam uit een śūdra familie en hij was huisvader en ook politicus, gouverneur van Madras. Dus Caitanya Mahāprabhu stelde hem vragen en ... Dit is Caitanya Mahāprabhu's līlā: mūkaṁ karoti vācālam (CC Madhya 17.80), hoe Hij een śūdra, grhastha en politicus Zijn guru maakt, Caitanya Mahāprabhu's guru.

Dus niemand kan Caitanya Mahāprabhu's guru worden, maar hij speelde deze rol. Hij stelde vragen en Rāmānanda Rāya gaf antwoorden. Dus stel je voor hoe verheven zijn positie was. Dus hij aarzelde een beetje, en toen hem zeer ingewikkelde vragen gesteld werden, was hij heel goed in staat om te antwoorden. Hij beantwoordde ze. Dus hij voelde wat terughoudendheid: "Heer, U komt uit een heel hoge brāhmaṇa familie en U bent de meest geleerde persoon en nu heeft U sannyāsa genomen, de hoogste positie in de menselijke samenleving."

Sannyāsa is een heel respectabele positie. Dat wordt in India nog steeds geëerd. Overal waar een sannyāsī gaat, althans in de dorpen, biedt men hem respectvolle eerbetuigingen aan en geven hem allerlei comfort, nu nog steeds. In de śāstra staat dat als iemand een sannyāsī geen respect geeft of hem niet naar behoren eert dan moet die als straf minstens een dag vasten. Dit is het Vedische systeem. Maar veel sannyāsī's maken hier misbruik van, dus we maken ons daar niet druk om.

Caitanya Mahāprabhu was geen nep sannyāsī. Hij was een echte sannyāsī. En Rāmānanda Rāya was ook een echte gṛhastha. Dus hij voelde wat terughoudendheid. Om hem aan te moedigen zei Caitanya Mahāprabhu meteen: "Nee, nee. Waarom voel je terughoudendheid? Waarom voel je je minderwaardig? Je bent guru." "Nu, hoe kan ik guru zijn?" Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya (CC Madhya 8.128). Want om een kenner van Kṛṣṇa te worden is geen gewone positie. Yatatām api siddhānāṁ kaścid vetti māṁ tattvataḥ (BG 7.3). Iemand die Kṛṣṇa kent is geen gewoon mens. Yatatām api siddhānām (BG 7.3). Hij is zelfs boven alle siddha's. "Dus waarom aarzel je? Je kent Kṛṣṇa-tattva, daarom vraag Ik het aan jou." Dus dit is de positie.

Dus de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging is bedoeld om de mensen die bij ons komen te trainen, om hun ver boven de siddha's te verheffen. En het is heel gemakkelijk. Iemand kan guru worden, iemand kan de positie van guru krijgen die ... Guru betekent iemand die boven de siddha's verheven is. Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya (CC Madhya 8.128). Iemand kan geen guru worden tenzij die Kṛṣṇa-tattva kent. Geen gewoon mens. De yogi's, de karmi's en de jñānī's kunnen geen guru worden. Dat is niet toegestaan want zelfs als iemand een jñānī is dan moet hij Kṛṣṇa leren kennen na vele levens, niet in één leven maar na vele levens. Als hij blijft volhouden om de Absolute Waarheid te begrijpen met zijn jñāna methode, zijn speculatieve methode, dan moet hij toch nog vele geboortes doorlopen. Dan kan hij op een dag fortuinlijk zijn. Als hij in contact komt met een toegewijde dan kan het mogelijk zijn voor hem om Kṛṣṇa te begrijpen.

Dat staat in de Bhagavad-gītā; bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate (BG 7.19). Wie is prapadyate? Iemand die zich overgeeft aan Kṛṣṇa. Tenzij je Kṛṣṇa perfect begrijpt, waarom zou je je overgeven? Kṛṣṇa zegt; sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). Grote geleerden zeggen: "Het is te veel." "Het is te veel wat Kṛṣṇa eist. Mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja. Dit is te veel." Dit is niet te veel. Dit is de werkelijke positie. Als hij werkelijk in kennis gevorderd is ... Bahūnāṁ janmanām ante (BG 7.19). Dat is niet haalbaar in één leven. Als hij volhardt in kennis, begrijpen van de Absolute Waarheid, dan, na vele levens, als hij werkelijk kennis heeft, dan geeft hij zich over aan Kṛṣṇa. Vāsudevaḥ sarvam iti sa mahātmā sudurlabhaḥ (BG 7.19). Zo'n soort mahātmā ... Je ziet zoveel mahātmā's die alleen van kleding veranderd zijn, niet zo'n soort mahātmā. Sa mahātmā sudurlabhaḥ. Het is heel moeilijk om zo'n mahātmā te vinden, maar ze bestaan. Als iemand fortuinlijk is kan hij zo'n mahātmā ontmoeten en zijn leven wordt succesvol. Sa mahātmā sudurlabhaḥ.