NL/Prabhupada 0871 - De koningen werden bestuurd door eersteklas brahmanen, wijzen: Difference between revisions

 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 8: Line 8:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0870 - Het is de plicht van de kṣatriya om te redden en te beschermen|0870|NL/Prabhupada 0872 - Het is essentieel dat de menselijke samenleving wordt verdeeld in vier onderdelen|0872}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 16: Line 19:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|02538pWSAxk|De koningen werden bestuurd door eerste klas brahmanen, wijzen<br />- Prabhupāda 0871}}
{{youtube_right|02538pWSAxk|De koningen werden bestuurd door eersteklas brahmanen, wijzen<br />- Prabhupāda 0871}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>File:750519SB-MELBOURNE_clip2.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/750519SB-MELBOURNE_clip2.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 28: Line 31:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Een koning wordt verondersteld iedereen te beschermen binnen het koninkrijk. Het maakt niet uit of hij mens of dier is. Zelfs bomen. Er was geen wet, onnodig snijden of doden. Nee. Eigenlijk, als je redelijk bent... Nationaal ... Nationaal betekent iedereen die geboren is in dat land. Op dit moment zorgen de regeringen alleen voor de mens, niet voor de dieren. Wat is dit nationalisme? Wat heeft het dier gedaan dat zij niet moeten worden beschermd? Dus dit heet Kali-yuga, het zondige tijdperk. Zondig tijdperk. Die toeneemt. Die toeneemt. Maar tijdens Mahārāja Parīkṣit's tijd, kon niemand onrecht doen. Daarom wordt gezegd in de śāstra dat kāmaṁ vavarṣa parjanyaḥ ([[Vanisource:SB 1.10.4|SB 1.10.4]]). Omdat alles goed was, de manier waarop de natuur ons alle comfort geeft, alle levensbehoeften, dat was ook compleet. Zodra je schadelijk of ongehoorzaam bent aan de wetten van de koning of God... Koning wordt verondersteld vertegenwoordiger van God te zijn. Daarom wordt in India de koning geaccepteerd als de vertegenwoordiger van God. Dus vroeger werden de koningen opgeleid op een zodanige wijze dat één man voldoende is om het gehele universum te beheersen, geheel... Ten minste één planeet. Dat was het systeem. De koning was zo vroom. Er zijn veel, ik bedoel te zeggen, uitspraken over deze koningen. Waarom waren ze vroom? Omdat ze ook werden geregeerd. De koningen werden bestuurd door eerste klas brāhmaṇa's, wijzen. De brāhmaṇa mag niet deelnemen aan het beheer van de overheid, maar ze adviseerden de kṣatriya koningen, dat "Heers over de burgers zoals dit." Als de koning dat niet zou doen, de brāhmaṇas hadden zo veel macht - er zijn veel gevallen - zij zullen de koning onttronen of hem doden. Maar ze zullen niet de macht zelf bezitten. Zijn zoon zal de kans krijgen. Dit was het systeem.  
Een koning wordt verondersteld iedereen in het koninkrijk bescherming te geven. Het maakt niet uit of het mens of dier is. Zelfs de bomen. Er was geen wet, onnodig snijden of doden. Nee. Eigenlijk, als je redelijk bent ... Staatsburger betekent iedereen die geboren is in dat land. Tegenwoordig zorgen de regeringen alleen voor de mensen, niet voor de dieren. Wat is dit nationalisme? Wat heeft het dier gedaan dat zij niet beschermd moeten worden? Dus dit heet Kali-yuga, het zondige tijdperk. Zondige tijdperk. Dat neemt toe.  


Dus Parīkṣit Mahārāja werd veroordeeld tot de dood binnen zeven dagen. Dat is ook erg leuk, interessant. Niet zoveel interessant; Het is een erg jammerlijke benarde situatie, dat Parīkṣit Mahārāja werd vervloekt door een brāhmaṇa jongen om te sterven binnen zeven dagen, gebeten door een slang. Wat was het incident? Het incident was dat Mahārāja Parīkṣit in het bos was, jagen. Jagen is alleen toegestaan ​​voor de kṣatriya koningen. Omdat ze regeerden, en voorheen de schurken, door het bevel van de koning, of de koning zelf zou hem onmiddellijk doden, dus ze moesten oefenen hoe om te doden. En dat de praktijk gedaan werd door de jacht op een aantal woeste dieren in het bos, niet voor het eten. Tegenwoordig is de jacht alleen voor het doel om te eten. Nee, dat is niet de wet. Dus Mahārāja Parīkṣit was in de jacht excursie en hij werd erg dorstig. Dus ging hij een āśrama binnen van een heilig persoon. Hij mediteerde op dat moment. Dus hij kwam binnen, en hij vroeg hem: "Geef mij wat water om te drinken. Ik ben erg dorstig." Hij dacht: "Het is āśrama." Maar de wijze die bezig was in meditatie kon hem niet horen. Dus de koning walgde er een beetje van, dat "ik ben de koning. Ik vraag water, en deze man is stil." Dus hij werd een beetje woedend, en er was een dode slang. Dus hij nam die slang en rolde hem op over zijn nek en ging weg.  
Maar in de tijd van Mahārāja Parīkṣit kon niemand enig onrecht doen. Daarom staat in de ''śāstra'' dat; ''kāmaṁ vavarṣa parjanyaḥ''  ([[Vanisource:SB 1.10.4|SB 1.10.4]]). Omdat alles goed was, was de manier waarop de natuur ons alle comfort en alle levensbenodigdheden geeft ook compleet. Zodra je schadelijk of ongehoorzaam bent aan de wetten van de koning of God ... De koning wordt verondersteld de vertegenwoordiger van God te zijn. Daarom wordt in India de koning geaccepteerd als de vertegenwoordiger van God. Dus vroeger werden de koningen op zo'n manier getraind dat één man voldoende is om het gehele universum te regeren, tenminste één planeet. Dat was het systeem. De koning was zo vroom. Er zijn veel, ik bedoel te zeggen, uitspraken over deze koningen. Waarom waren ze vroom? Omdat ze ook werden bestuurd. De koningen werden bestuurd door eersteklas ''brāhmaṇa's'', wijzen. De ''brāhmaṇa'' moet niet deelnemen aan het bestuur van de overheid maar ze adviseerden de ''kṣatriya'' koningen dat: "Bestuur de burgers op deze manier." Als de koning dat niet deed, de ''brāhmaṇa's'' hadden zo veel kracht, er zijn veel gevallen, ze kunnen de koning onttronen of hem doden. Maar ze zullen niet zelf de macht nemen. Zijn zoon zal de kans krijgen. Dit was het systeem.  


Dus een jongen, hij was tien, twaalf jaar oud. Hij speelde, en zijn vrienden vertelde hem dat "De koning heeft je vader beledigd op deze manier." En de jongen werd erg boos, "Oh, de koning is zo onbeschoft dat hij mijn vader heeft beledigd." Hij zag dat er een dode slang om zijn nek hing. Hij vervloekt Mahārāja Parīkṣit onmiddellijk dat "je binnen zeven dagen zult sterven, gebeten door een slang." Dus toen hij heel hard huilde en dit, ik bedoel te zeggen, geluid was er aan de hand, de heilige persoon, de wijze, hij stond op. "Wat is er gebeurd, mijn lieve jongen, je huilt? ' "Nee, nee. De koning heeft je beledigd, dus ik heb vervloekt." Oh, hij vond het erg jammer, dat "Heb je zo'n heilige koning vervloekt? Oh, je hebt laster gebracht op de hele brāhmaṇa gemeenschap. Je hebt ​​Kali-yuga toegestaan om binnen te komen. Het is de Kali yuga's samenzwering." Hoe dan ook, hij stuurde het nieuws aan de koning, dat "Mijn zoon heeft u op een dwaze manier vervloekt. Dit is... Maar wat kan ik doen? Het is Gods wens. Het is gedaan. Dus je moet bereid zijn." Nu, kijk dan, zelfs een jongen geboren uit een brāhmaṇa, hoe machtig hij was, als een tien jaar oude jongen, hij kon zo'n grote koning vervloeken en hij moest zich eraan houden. Dit was de toestand van kṣatriya, brāhmaṇa en, Ik bedoel te zeggen, vaiśya en śūdra. Cātur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ guṇa-karma-vibhāgaśaḥ ([[Vanisource:BG 4.13|BG 4.13]]). De menselijke samenleving, door de wil van God zijn er vier klassen van mensen. De eerste klasse is de brāhmaṇa; de tweede klasse, de kṣatriya; de derde klasse, de vaiśya; en alle anderen, vierde klasse, śūdra.  
Dus Parīkṣit Mahārāja werd ter dood veroordeeld binnen zeven dagen. Dat is ook heel mooi en interessant. Niet erg interessant, het is een jammerlijke gelofte dat Parīkṣit Mahārāja vervloekt werd door een ''brāhmaṇa'' jongen om te sterven binnen zeven dagen door de beet van een slang. Wat was het voorval? Het voorval was dat Mahārāja Parīkṣit in het bos aan het jagen was. Jagen is alleen ​​voor de ''kṣatriya'' koningen toegestaan. Omdat ze moesten regeren, en voorheen werden de schurken en dwazen in opdracht van de koning of door de koning zelf meteen gedood, dus ze moesten oefenen om te doden. En die oefening werd gedaan door op een wild dier in het bos te jagen, niet om te eten. Tegenwoordig wordt er gejaagd om te eten. Nee, dat is niet de regel. Dus Mahārāja Parīkṣit was op de jacht toer en hij werd erg dorstig. Dus ging hij de ''āśrama'' van een heilige binnen. Die was op dat moment aan het mediteren. Dus hij ging naar binnen en vroeg: "Geef mij wat water te drinken. Ik ben erg dorstig." Hij dacht: "Het is een ''āśrama''." Maar de wijze die in meditatie was kon hem niet horen. Dus de koning werd een beetje ontdaan dat: "Ik ben de koning, ik vraag water en deze man is stil." Dus hij werd een beetje boos. Er was een dode slang. Dus hij pakte die slang en hing die rond zijn nek en ging weg.
 
Dus zijn zoon was tien à twaalf jaar oud. Hij was aan het spelen en zijn vrienden vertelde hem dat: "De koning heeft je vader op deze manier beledigd." En de jongen werd heel boos: "Oh, de koning is zo onbeschoft dat hij mijn vader heeft beledigd." Hij zag dat er een dode slang over zijn nek hing. Hij vervloekte Mahārāja Parīkṣit onmiddellijk dat: "Je zal binnen zeven dagen sterven door de beet van een slang." Dus toen hij heel hard huilde en dit, ik bedoel te zeggen, door dat geluid stond de heilige wijze op: "Wat is er gebeurd mijn lieve jongen, waarom huil je?" "Nee, nee. De koning heeft je beledigd, dus ik heb hem vervloekt." Oh, hij werd erg spijtig dat: "Je hebt zo'n heilige koning vervloekt? Oh, je hebt schande op de hele ''brāhmaṇa'' gemeenschap gebracht. Je hebt ​​Kali-yuga binnen laten komen. Het is de samenzwering van Kali yuga." Hoe dan ook, hij stuurde het nieuws naar de koning dat: "Mijn zoon heeft u op een domme manier vervloekt. Maar wat kan ik doen? Het is Gods wens. Het is gedaan. Dus wees bereid."  
 
Nu, kijk aan, hoe krachtig zelfs een als ''brāhmaṇa'' geboren jongen was dat hij als een tien jaar oude jongen zo'n grote koning kon  vervloeken en die moest zich eraan houden. Dit was de situatie van ''kṣatriya'', ''brāhmaṇa'', ''vaiśya'' en ''śūdra''. ''Cātur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ guṇa-karma-vibhāgaśaḥ'' ([[NL/BG 4.13|BG 4.13]]). Door de wil van God zijn er in de menselijke samenleving vier mensenklassen. De eersteklas is de ''brāhmaṇa'', de tweedeklas is de ''kṣatriya'', de derdeklas is de ''vaiśya'' en alle anderen zijn vierdeklas, ''śūdra''.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:05, 16 August 2021



750519 - Lecture SB - Melbourne

Een koning wordt verondersteld iedereen in het koninkrijk bescherming te geven. Het maakt niet uit of het mens of dier is. Zelfs de bomen. Er was geen wet, onnodig snijden of doden. Nee. Eigenlijk, als je redelijk bent ... Staatsburger betekent iedereen die geboren is in dat land. Tegenwoordig zorgen de regeringen alleen voor de mensen, niet voor de dieren. Wat is dit nationalisme? Wat heeft het dier gedaan dat zij niet beschermd moeten worden? Dus dit heet Kali-yuga, het zondige tijdperk. Zondige tijdperk. Dat neemt toe.

Maar in de tijd van Mahārāja Parīkṣit kon niemand enig onrecht doen. Daarom staat in de śāstra dat; kāmaṁ vavarṣa parjanyaḥ (SB 1.10.4). Omdat alles goed was, was de manier waarop de natuur ons alle comfort en alle levensbenodigdheden geeft ook compleet. Zodra je schadelijk of ongehoorzaam bent aan de wetten van de koning of God ... De koning wordt verondersteld de vertegenwoordiger van God te zijn. Daarom wordt in India de koning geaccepteerd als de vertegenwoordiger van God. Dus vroeger werden de koningen op zo'n manier getraind dat één man voldoende is om het gehele universum te regeren, tenminste één planeet. Dat was het systeem. De koning was zo vroom. Er zijn veel, ik bedoel te zeggen, uitspraken over deze koningen. Waarom waren ze vroom? Omdat ze ook werden bestuurd. De koningen werden bestuurd door eersteklas brāhmaṇa's, wijzen. De brāhmaṇa moet niet deelnemen aan het bestuur van de overheid maar ze adviseerden de kṣatriya koningen dat: "Bestuur de burgers op deze manier." Als de koning dat niet deed, de brāhmaṇa's hadden zo veel kracht, er zijn veel gevallen, ze kunnen de koning onttronen of hem doden. Maar ze zullen niet zelf de macht nemen. Zijn zoon zal de kans krijgen. Dit was het systeem.

Dus Parīkṣit Mahārāja werd ter dood veroordeeld binnen zeven dagen. Dat is ook heel mooi en interessant. Niet erg interessant, het is een jammerlijke gelofte dat Parīkṣit Mahārāja vervloekt werd door een brāhmaṇa jongen om te sterven binnen zeven dagen door de beet van een slang. Wat was het voorval? Het voorval was dat Mahārāja Parīkṣit in het bos aan het jagen was. Jagen is alleen ​​voor de kṣatriya koningen toegestaan. Omdat ze moesten regeren, en voorheen werden de schurken en dwazen in opdracht van de koning of door de koning zelf meteen gedood, dus ze moesten oefenen om te doden. En die oefening werd gedaan door op een wild dier in het bos te jagen, niet om te eten. Tegenwoordig wordt er gejaagd om te eten. Nee, dat is niet de regel. Dus Mahārāja Parīkṣit was op de jacht toer en hij werd erg dorstig. Dus ging hij de āśrama van een heilige binnen. Die was op dat moment aan het mediteren. Dus hij ging naar binnen en vroeg: "Geef mij wat water te drinken. Ik ben erg dorstig." Hij dacht: "Het is een āśrama." Maar de wijze die in meditatie was kon hem niet horen. Dus de koning werd een beetje ontdaan dat: "Ik ben de koning, ik vraag water en deze man is stil." Dus hij werd een beetje boos. Er was een dode slang. Dus hij pakte die slang en hing die rond zijn nek en ging weg.

Dus zijn zoon was tien à twaalf jaar oud. Hij was aan het spelen en zijn vrienden vertelde hem dat: "De koning heeft je vader op deze manier beledigd." En de jongen werd heel boos: "Oh, de koning is zo onbeschoft dat hij mijn vader heeft beledigd." Hij zag dat er een dode slang over zijn nek hing. Hij vervloekte Mahārāja Parīkṣit onmiddellijk dat: "Je zal binnen zeven dagen sterven door de beet van een slang." Dus toen hij heel hard huilde en dit, ik bedoel te zeggen, door dat geluid stond de heilige wijze op: "Wat is er gebeurd mijn lieve jongen, waarom huil je?" "Nee, nee. De koning heeft je beledigd, dus ik heb hem vervloekt." Oh, hij werd erg spijtig dat: "Je hebt zo'n heilige koning vervloekt? Oh, je hebt schande op de hele brāhmaṇa gemeenschap gebracht. Je hebt ​​Kali-yuga binnen laten komen. Het is de samenzwering van Kali yuga." Hoe dan ook, hij stuurde het nieuws naar de koning dat: "Mijn zoon heeft u op een domme manier vervloekt. Maar wat kan ik doen? Het is Gods wens. Het is gedaan. Dus wees bereid."

Nu, kijk aan, hoe krachtig zelfs een als brāhmaṇa geboren jongen was dat hij als een tien jaar oude jongen zo'n grote koning kon vervloeken en die moest zich eraan houden. Dit was de situatie van kṣatriya, brāhmaṇa, vaiśya en śūdra. Cātur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ guṇa-karma-vibhāgaśaḥ (BG 4.13). Door de wil van God zijn er in de menselijke samenleving vier mensenklassen. De eersteklas is de brāhmaṇa, de tweedeklas is de kṣatriya, de derdeklas is de vaiśya en alle anderen zijn vierdeklas, śūdra.