NL/Prabhupada 0873 - Bhakti betekent dat we onszelf moeten ontdoen van de aanduidingen

Revision as of 13:43, 13 January 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0873 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

750519 - Lecture SB - Melbourne

Voor zinsbevrediging heb ik nu dit lichaam, Indiaas lichaam; jullie hebben dit Australische of Amerikaanse of Europese lichaam gekregen. Maar je moet van lichaam veranderen. Tathā dehāntara-prāptiḥ (BG 2.13). We zijn eeuwig. Na jāyate na mriyate vā kadācit (BG 2.20). De ziel wordt niet geboren, noch sterft het. We veranderen gewoon van lichaam. Na jāyate na mriyate vā kadācit. Net zoals we van lichaam veranderen.

In de schoot van de moeder hadden we een klein lichaam. Het groeit en we komen naar buiten. Opnieuw groeit het. Groeit... Het groeit eigenlijk niet; het verandert. Het kind verandert van lichaam tot baby, de baby verandert zijn lichaam tot jongen, en de jongen verandert zijn lichaam tot jeugd. Dan ... Op deze manier veranderen je van lichaam. Daar heb je ervaring mee. Je had het lichaam van een kind - je herinnert dit. Of je had het lichaam van een jongen - je herinnert dit. Maar het lichaam bestaan niet meer. Maar jij bestaat.. Derhalve is de conclusie dat wanneer dit lichaam niet meer geschikt voor het bestaan zal zijn we een ander lichaam zullen moeten accepteren. Dit is de zogenaamde tathā dehāntara-prāptiḥ. Dus moeten we veranderen. Dat is de wet van de natuur. De ziel is onsterfelijk. Na jāyate na mriyate vā kadācit na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). De ziel wordt niet beeindigd; slechts een bepaald type lichaam wordt beeindigd. Nee, de mensen weten het niet. En omdat ze gewoon zijn bezig met zondige activiteiten, zijn hun hersenen zo saai geworden dat ze deze eenvoudige waarheid niet kunnen begrijpen dat als je verandert van lichaam in dit leven, dan zul je dit lichaam veranderen naar een ander leven. Dit is de zeer eenvoudige waarheid. Maar op de vooruitgang van de materiële beschaving, zijn we zo saai en schurkachtig geworden dat we het niet kunnen begrijpen.

Maar India nog steeds, hoewel het zo is gevallen, ga je naar een afgelegen dorp: een gewone man, hij heeft geen educatie, hij gelooft. Hij gelooft. En hier in de Westerse landen, zag ik vele, vele grote, grote professoren, ze hebben geen idee. Ik ontmoette een grote professor, Kotovsky, in Moskou. Hij zei: "Swāmījī, na het beeindigen van dit lichaam, alles is beeindigd." Kijk eens. Hij is een grote professor en heeft de leiding over een zeer grote afdeling, Indology. Hij heeft geen idee. Maar dit is niet het feit. Het feit is dat we allemaal vonken zijn, spirituele vonk, onderdeel van God. Op de een of andere manier zijn we in deze materiële wereld voor zinsbevrediging gekomen. In de geestelijke wereld is er geen zinsbevrediging. Er is zintuigelijke zuivering. In de materiële wereld zijn de zintuigen onzuiver. Ze willen gewoon van materiële dingen genieten. Dus Kṛṣṇa-bewustzijn betekent dat je je zintuigen moet zuiveren. Dat is de manier.

sarvopādhi-vinirmuktaṁ
tat-paratvena nirmalam
hṛṣīkena hṛṣīkeśa-
sevanaṁ bhaktir ucyate
(CC Madhya 19.170)

Dit bhakti betekent dat we onszelf moeten verwijderen uit de aanduidingen. Wat is die aanduiding? Iedereen denkt, "Ik ben Amerikaan," "Ik ben Indische," "Ik ben Europees," "Ik ben Australiër," "Ik ben kat," "Ik ben hond:" Ik ben dit, "" Ik ben dat "- lichaamlijk. We moeten dit lichamelijk begrip van het leven reinigen, dat: "Ik ben niet dit lichaam." Ahaṁ brahmāsmi: "Ik ben de ziel." Dat moeten we ons realiseren. Dan zal er geen onderscheid worden gemaakt dat "Hier is een Amerikaan, hier is een Australische, hier is een Hindoe, hier is een Moslim, hier is een boom, hier..." Nee. Paṇḍitāḥ sama-darśinaḥ (BG 5.18). Paṇḍitāḥ betekent geleerde, iemand die de dingen kent zoals ze zijn. Voor hen,

vidyā-vinaya-sampanne
brāhmaṇe gavi hastini
śuni caiva śva-pāke ca
paṇḍitāḥ sama-darśinaḥ
(BG 5.18)

Een persoon, zeer geleerd, vidyā, en zeer zachtmoedig... Vidya betekent, goed opgeleid betekent, hij is zacht, sober. Hij is geen schurk en boef. Dat is vidyā. Dat is de test van het onderwijs. Hij moet zeer onderw... sober en stil zijn. Dat wordt gentleman genoemd, in één woord.