NL/Prabhupada 0949 - We maken vooruitgang in onderwijs maar we bestuderen onze tanden niet eens

Revision as of 14:16, 27 March 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0949 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

720831 - Lecture - New Vrindaban, USA

Dus ik zal een lied verder uitleggen, gezongen door Narottama dāsa Ṭhākura. Narottama dāsa Ṭhākura was een van onze voorloper ācārya's, leraar, en zijn liedjes zijn in onze Vaiṣṇava gemeenschap als Vedische waarheid aanvaard. Hij heeft in eenvoudige taal geschreven, maar het bevat de Vedische waarheid. Dus hij heeft veel liedjes. Een van de liedjes is: hari hari biphale janama goṅāinu. Hij zegt: "Mijn lieve Heer, ik ben gewoon de kostbare tijd van mijn leven aan het verspillen." Biphale janama goṅāinu. Iedereen wordt geboren als mens, maar hij weet het niet te gebruiken. Hij maakt er gebruik van net als een dier. Een dier eet, maar wij maken regelingen om onnatuurlijk te eten. Dat is onze vooruitgang. In het dierenrijk heeft elk dier een bepaald soort voedsel. Net als een tijger. Een tijger eet vlees en bloed, maar als je een tijger mooie sinaasappelen of druiven geeft, zal hij die niet aanraken, want dat is niet zijn eten. Ook een varken. Een varken eet ontlasting. Als je een varken lekkere halavā geeft, zal het dat niet aanraken. (gelach) Zie je? Dus elk apart dier heeft een bepaald soort voedsel. Ook de mensen, wij hebben onze bepaalde soort voedsel ook. Wat is dat? Vruchten, melk, granen. Net zoals onze tanden zijn gemaakt; je neemt een vrucht, je kan die makkelijk in stukken snijden met deze tanden. Maar als je een stuk vlees neemt, is het moeilijk te snijden met deze tanden. Maar een tijger heeft een bepaald soort van tanden, hij kan meteen het vlees in stukken snijden. We maken vooruitgang in het onderwijs, maar we bestuderen onze tanden niet eens. We gaan gewoon naar de tandarts. Dat is alles. Dit is onze vooruitgang in beschaving. De tijger gaat nooit naar de tandarts. (gelach) Hoewel zijn tanden zo sterk zijn dat hij onmiddellijk in stukken kan, maar hij heeft geen tandarts nodig, omdat hij niets eet dat onnatuurlijk voor hem is. Maar wij eten alles verdomd; daarom hebben we de hulp van de tandarts nodig.

Dus ons "mens-zijn" heeft een bepaalde verplichting. Dat is om het bhāgavata leven te bestuderen of te bespreken. Dat is onze natuur. Bhāgavata-dharma. We moeten proberen om Bhagavān te begrijpen. Bhāgavata-dharma, dat heb ik al uitgelegd. Bhagavān en bhakta of bhāgavata, hun relatie, die heet bhāgavata-dharma. Dus het is heel eenvoudig. Hoe? Nu moet je gewoon over Kṛṣṇa horen.