NL/Prabhupada 0960 - Iedereen die het bestaan ​​van God ontkent is een gek

Revision as of 19:59, 7 April 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0960 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

750624 - Conversation - Los Angeles

Prabhupāda: De echte genieter en lijder is de ziel, niet dit lichaam. Wanneer de ziel uit het lichaam is, dan is het lichaam niet meer de genieter of lijder; het is een brok materie. Het gevoel van genot en lijden is er zo lang de ziel er is. Daarom is de ziel belangrijk. En als je de ziel kan bestuderen, dan kun je begrijpen wat God is.

Peter: Hoe weet u dat er een ziel is?

Prabhupāda: Omdat u spreekt. Omdat je het vraagt, ik ken de ziel. Omdat je de ziel bent, daarom ben je aan het vragen. Zodra de ziel uit je lichaam is, kun je geen onderzoek meer doen. Onderzoek over.

Dr. Wolfe: Kan men zeggen dat de ziel en het leven identiek zijn?

Prabhupāda: Ja. Identiek ... Het leven is het symptoom van de ziel. Omdat de ziel er is, dus daarom is er leven. En zodra de ziel weg is, is er geen leven meer. Er is de zon aan de hemel, en het licht is er, zonneschijn. Als de zon onder is, is er geen licht meer; het is donker.

Dr. Orr: Is het dan de bedoeling om het lichaam, te disciplineren, te weerstaan, te negeren? Is dat wat u suggereert?

Prabhupāda: Negeren?

Bahulāśva: Hoe moet je met het lichaam omgaan?

Dr. Orr: Hoe behandel je het lichaam?

Prabhupāda: Maak optimaal gebruik van een miskoop. (gelach) Het is een miskoop. Maar we moeten het gebruiken.

Dr. Orr: Als u dan zegt, dat alles een deel van God is, dan maakt u een uitzondering van het lichaam - het lichaam is niet goddelijk.

Prabhupāda: Ja.

Toegewijde: Nee, hij zegt dat als we zeggen dat alles deel uit maakt van God, dat het lichaam een uitzondering is. Hij zegt dat het lichaam dan een uitzondering is. Het lichaam maakt geen deel uit van God?

Prabhupāda: Nee, waarom? Het lichaam is ook een deel. Ja, dat heb ik uitgelegd.

Dr. Judah: Māyā-śakti.

Prabhupāda: Ja, het is een andere energie.

Dr. Orr: Oh, ik snap het.

Dr. Judah: Lagere energie van Kṛṣṇa.

Dr. Orr: Lagere energie.

Prabhupāda: Alles is God's energie, dus het lichaam is ook God's energie. Dus het beste gebruik van het lichaam is: God's energie moet worden gebruikt voor God. Dan is het ... lichaam wordt gespiritualiseerd. Het lichaam is ook God's energie en als het wordt gebruikt in de dienst van God dan is het lichaam geen miskoop meer, het is een goede koop. (pauze) Prabhupāda: Als de huurder denkt dat "Dit appartement is van mij, ik ben de eigenaar," dan zit hij fout. Als hij heel goed weet dat het van de huisbaas is, "Ik heb het om te gebruiken," dan is het kennis.

Dr. Wolfe: Śrīla Prabhupāda, en de huurder kan er gemakkelijk worden uitgezet.

Prabhupāda: Ja. Uitgezet. Op dat moment weet hij wie de eigenaar is, (gelach), wanneer hij eruit wordt gezet. Dat staat ook in de Bhagavad-gītā: mṛtyuḥ sarva-haraś cāham (BG 10.34). Degenen die niet in God te geloven, op een dag zal God voor hun komen als de dood, "Geloof Mij nu. Ga eruit!" Klaar. Al je trots is over. Je trots, je eigendom, je familie, je banksaldo, je wolkenkrabber - alles is weggenomen. "Klaar. Ga eruit." Dit is God. Begrijp je God nu? Of je nou wel gelooft of niet gelooft, op een dag zal God komen. Hij zal jou nemen, en je alles afnemen, en "Ga eruit!" Dat is God. Of je gelooft of niet gelooft, het maakt niet uit. Eenzelfde voorbeeld: de huurder kan de huisbaas misschien niet geloven, maar wanneer de huisbaas met een gerechtelijk bevel komt, "Ga eruit", dan moet je er uitgaan. Dat is alles. Dat staat in de Bhagavad-gītā, dat: "Degenen die niet in God geloven, voor hun kom ik als de dood en neem hun alles af. Klaar." Dat moet men geloven. "Ja, zo zeker als de dood." Dan is God zeker. Je kan blijven uitdagen zo lang je een weinig leven hebt voor een paar jaar, (gelach) maar God zal komen en je wegnemen van je huidige trots en respectabele positie, "Ga eruit." Dus tenzij men gek is, kan hij niet zeggen: "Er is geen God." Iedereen die het bestaan ​​van God ontkent is een gek.

Dr. Wolfe: Prabhupāda, zou het niet beter zijn om te zeggen dat hij blind of dom is?

Prabhupāda: Ja, dat is hetzelfde. Gek is de som van alle domheid. (gelach) Als ik gek zeg, is dat de som van alle soorten domheid. (terzijde :) Nu kan je hen prasādam geven. Ik denk dat we hun tijd bezet hebben.