NL/Prabhupada 1050 - "Je doet dit en je geeft me geld en je wordt gelukkig" - Dat is geen guru

Revision as of 17:56, 2 June 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 1050 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

750712 - Lecture SB 06.01.26-27 - Philadelphia

Dus dit is de positie. Zonder guru, als hij zijn eigen levenswijze bepaald, dan is hij mūḍha, dwaas. Daarom wordt gezegd, mūḍha. Hij was aan het denken: "Ik ben zo'n liefdevolle vader. Ik zorg voor mijn kleine zoon. In alle opzichten - ik voed hem, ik liefkoos hem, en zoveel dingen doe ik ... Ik ben een hele trouwe en hele eerlijke vader." Maar de śāstra zegt: "Hier is een mūḍha, dwaas." Je ziet hier. Het zegt: bhojayan pāyayan mūḍhaḥ. Waarom is hij mūḍha? Na vedāgatam antakam. Hij ziet het niet, weet het niet, dat: "Achter mij staat de dood te wachten. Hij is gekomen om me mee te nemen." Nu, "Hoe gaat je liefde voor je zogenaamde zoon en maatschappij en familie en land je redden? Hier is de dood." Dat hij niet kan antwoorden. Hij kan niet beantwoorden dat de dood er is.

Dus we zullen voorbereid zijn. Dat is het menselijke leven. We moeten altijd weten dat: "De dood staat achter mij. Op elk moment kan hij mij bij de nek pakken en meenemen." Dat is een feit. Is er enige garantie dat je honderd jaar zal leven? Nee. Zelfs na een paar seconden, als je op straat gaat, kan je direct de dood tegenkomen. Er kan hartfalen zijn. Er kan een auto ongeluk zijn. Er kan iets zijn, iets anders. Dus om te leven is geweldig. Om te sterven is niet geweldig. Omdat je bedoeld bent voor de dood. Zodra je geboren bent, begin je onmiddellijk te sterven. Onmiddelijk. Als je vraagt, "Oh, wanneer is het kind geboren?" Je zegt: "een week." Dat betekent dat hij een week is overleden. We nemen aan dat hij een week leeft, maar eigenlijk is hij een week overleden. Dat is geweldig, dat hij nog steeds leeft, hij is niet gestorven. Dus de dood is niet geweldig, want het is zeker. Het komt - na een week of na honderd jaar. Dat is niet geweldig. Zo lang je leeft, dat is geweldig.

Dus we moeten deze tijd gebruiken om een oplossing voor het leven te maken dat we herhaaldelijk sterven en weer een ander lichaam accepteren. Dus hoe kunnen ze het begrijpen, tenzij ze bij de juiste guru komen? Daarom zegt de śāstra: tad-vijñānārtham: "Als je het echte probleem van je leven wilt weten en als je verlicht wilt worden over hoe je Kṛṣṇa bewust kan worden, hoe je eeuwig wordt, terug naar huis, terug naar God kan gaan, dan moet je een guru benaderen." En wie is guru? Dat is uitgelegd, heel simpel. Guru verzint nooit het idee dat: "Je dit doet en geeft geld, en je zal gelukkig worden." Dat is geen guru. Dat is een andere manier van geld verdienen. Dus hier wordt gezegd, mūḍha, iedereen die alleen maar leeft in het paradijs der dwazen, zijn eigen ideeën verzint zoals Ajāmila ... Iemand heeft genomen: "Dit is mijn plicht," iemand heeft ... Hij is een dwaas. Je moet van de guru horen wat je plicht is. Je zingt elke dag: guru-mukha-padma-vākya, cittete koriyā aikya, ār nā koriho mane āśā. Dit is leven. Dit is leven. Guru-mukha-pad ... Je accepteert de bonafide guru, en wat hij je opdraagt, dat voer je uit. Dan is je leven succesvol. Ār nā koriho mane āśā. Jij dwaas, je verlangt niets anders.