"In de ziekelijke conditie kunnen we niet genieten van het voedsel wat we nemen. Als we gezond zijn kunnen we genieten van de smaak van het voedsel. Dus we moeten beter worden. We moeten beter worden. En hoe beter worden? Om gelegen te zijn in de transcendentale positie van Kṛṣṇa bewustzijn. Dat is de genezing. Dus Kṛṣṇa adviseert hier aan iedereen die in staat is om de drang van zinsbevrediging te tolereren. Zo lang als het lichaam er is, zal er drang zijn naar zinsbevrediging, maar we moeten ons leven op zo'n manier boetseren, dat we in staat moeten zijn om te tolereren. Tolereren. Dit zal ons vooruitgang geven in spiritueel leven, en als we gelegen zijn in spiritueel leven, dat plezier is oneindig, onbegrensd. Er is geen einde."
|