"Dus door devotionele dienst moet men niet verwachten, "mijn ellendige materiële conditie kan worden verbeterd" of "ik zou bevrijd kunnen zijn van deze materiële verstrengeling." Dus dat is ook een soort van zinsbevrediging. Als je wilt dat "laat me vrij zijn van deze verstrengeling..." Net als de yogi's en de jñānīs, ze proberen het. Zij proberen om vrij te komen van deze materiële verstrengeling. Maar in devotionele dienst is er niet zo'n wens, omdat het pure liefde is. Er is geen verwachting dat "het zal zijn voordeel afwerpen voor me." Nee, het is geen commerciële zaak, dat "tenzij ik iets terug krijg, oh, dan zal ik geen devotionele dienst doen in Kṛṣṇa bewustzijn." Er is geen sprake van voordeel."
|