"Als je mijn foto neemt en je hem op mijn stoel legt, en ik ben hier niet, dan kan die foto niet handelen, omdat het materieel is. Maar voor Kṛṣṇa, Zijn foto, Zijn beeld gedaante, Zijn alles kan handelen omdat Hij spiritueel is. Dus we zouden altijd moeten weten dat zodra we Hare Kṛṣṇa chanten, Kṛṣṇa daar onmiddellijk is. Onmiddellijk. Kṛṣṇa is daar al. Maar we zouden moeten weten dat Hij, door geluidstrilling, daar is. Dus aṅgāni yasya. Sa īkṣāñcakre. Dus Zijn visie, Zijn aanwezigheid, Zijn activiteiten, ze zijn allemaal spiritueel. In de Bhagavad-gītā wordt gezegd, janma karma me divyaṁ yo jānāti tattvataḥ (BG 4.9): "Eender wie die de absolute aard van Mijn geboorte, van Mijn verschijning, verdwijning en activiteiten begrijpt," tyaktvā dehaṁ punar janma naiti, " hij wordt onmiddellijk bevrijd.'"
|