"Degenen die te veel in passie zijn, zij zijn bedoeld om op deze planeet te leven. Dit planeten systeem, status. Er zijn veel meer andere planeten zoals deze wereld. Dus ze worden toegestaan om hier te leven. Alle levende wezens hier, zij zijn te passioneel. En adho gacchanti tāmasāḥ (BG 14.18). En er zijn andere planeten, zij zijn duister, duistere planeten, onder deze aardse planeet. En de dieren, zij zijn in duisternis. Alhoewel ze in dit park zijn, maar ze weten niet waar ze zijn, duisternis. Hun kennis is niet ontwikkeld. Dit is het resultaat van de hoedanigheid onwetendheid. En diegenen die in Kṛṣṇa bewustzijn zijn, zij zijn noch in duisternis, noch in passie, noch in goedheid. Zij zijn transcendentaal. Dus als men Kṛṣṇa bewustzijn leuk ontwikkelt, hij wordt onmiddellijk gepromoveerd naar Kṛṣṇaloka. Dat is gewild."
|