"De Bhagavad-gītā is dus de wetenschap van God. Alles heeft een wetenschappelijk proces van begrijpen. In het Śrīmad-Bhāgavatam wordt gezegd, jṣānaṁ me parama-guhyaṁ yad vijṣāna-samanvitam (SB 2.9.31). Kennis, of de wetenschap van God, is zeer vertrouwelijk. Deze wetenschap is geen gewone wetenschap. Het is zeer vertrouwelijk. Jṣānaṁ me parama-guhyaṁ yad vijṣāna-samanvitam. Vijṣāna betekent ... Vi betekent specifiek. Het is een specifieke kennis, en het moet door een specifiek proces worden begrepen. "
|