"Op de één of de andere manier is de vinger afgesneden, en deze valt op de grond; het heeft geen waarde. Mijn vinger, wanneer hij is afgesneden en op de grond ligt, deze heeft geen waarde. Maar, zodra de vinger met het lichaam verbonden is, heeft het miljoenen en triljoenen dollars' waarde. Onschatbaar. Op dezelfde manier, zijn wij nu losgekoppeld van God, of Kṛṣṇa, door deze materiële conditie. Vergeet... Niet aangesloten. Aansluiting is er. God levert al onze benodigdheden. Net zoals een staatsgevangene losgekoppeld is van de burgerlijke afdeling, hij is naar de criminele afdeling gekomen. Eigenlijk niet losgekoppeld. De regering zorgt er nog steeds voor, maar legaal losgekoppeld. Op dezelfde manier, zijn wij niet losgekoppeld. We kunnen niet losgekoppeld zijn, omdat er van alles geen bestaan is zonder Kṛṣṇa. Dus hoe kan ik dan losgekoppeld zijn? Loskoppeling is dat door het vergeten van Kṛṣṇa, in plaats van mezelf bezig te houden in Kṛṣṇa bewustzijn, ben ik bezig met zoveel onzinnig bewustzijn. Dat is loskoppeling."
|