"Geluk betekent onbeperkt, onbeperkt geluk, zonder enige voorwaarde. Dat is echt geluk. Als er een beperking is, als er een voorwaarde is... Juist zoals hier, als ik naar een restaurant ga, de voorwaarde is dat je eerst en vooral betaalt, en erna geniet je. Dus, op dezelfde manier, als ik van een mooi appartement wil genieten, van een mooi huis, moet ik eerst en vooral zo veel dollars betalen, zo veel ponden, en dan genieten. Er is voorwaarde. Maar in de brahma-saukhyam, is er zo geen voorwaarde. Als je gewoonweg, als je dat platform kan naderen, dan... Dat is de betekenis, rāma. Iti rāma-padenāsau paraṁ brahma ity abhidhīyate (CC Madhya 9.29). Rāma. Rāma betekent rāman. Rāma. De opperste persoonlijkheid Gods, Heer Rāma. Als ik met Hem samenwerk, Rāma of Kṛṣṇa of Viṣṇu, Nārāyaṇa... Nārāyaṇa parā avyaktāt. Hij is transcendentaal. Dus op de één of de andere manier, als je je met Hem verbindt, als je tot die positie verheven bent, dan krijg je ananta, onbeperkt geluk."
|