"We waren zeer erg verlangend om dingen te krijgen die we niet hadden. Dat is kāṅkṣati, hunkeren naar. En wanneer dingen weg zijn, treuren we. Maar als we weten dat Kṛṣṇa het centrale punt is, dus alles ontvangen, gekregen, voordeel, dat is Kṛṣṇa's verlangen. Kṛṣṇa heeft gegeven; aanvaard. En als het door Kṛṣṇa is weggenomen, dan wat is het getreur? Kṛṣṇa vond het leuk om het van me weg te nemen. Oh, waarom zou ik treuren? Omdat ekatvam, de Allerhoogste, Hij is de oorzaak van alle oorzaken. Hij neemt; Hij geeft ook."
|