"Dus als we in onwetendheid zijn ... Iedereen begaat zonden of criminele activiteiten simpelweg door onwetendheid. Onwetendheid. Net als door onwetendheid een kind vuur aanraakt. Het vuur zal geen uitzondering maken. Omdat het een kind is, dat weet hij niet, daarom moet het vuur een uitzondering maken? Het zal zijn hand niet verbranden? Nee. Zelfs als het een kind is, moet het vuur werken. Het brandt. Evenzo is onwetendheid geen excuus voor de wet. Als je een zonde begaat en naar de rechtbank gaat, en als je smeekt: "Mijnheer, ik kende deze wet niet", dan is dat geen excuus. Je hebt deze criminele activiteit gepleegd; ook al kende je de wet niet, dat betekent niet dat er een uitzondering gemaakt zal worden. Daarom worden alle zondige activiteiten gedaan in onwetendheid of in gemengde hartstocht en onwetendheid. Daarom moet men zichzelf verheffen tot de kwaliteit van goedheid. Hij moet een goede, zeer goede man zijn. En als je een heel goede man wilt worden, dan moet je deze regulerende principes volgen: geen ongeoorloofd seksleven, geen vlees eten, geen bedwelmde middelen, geen kansspelen. Dit zijn de vier pijlers van zondig leven. Als je je overgeeft aan deze vier principes van zondig leven, kun je geen goed mens worden."
|