"Onze eigenlijke relatie met Kṛṣṇa zijn we vergeten; daarom komt Kṛṣṇa soms persoonlijk, net zoals Kṛṣṇa gekomen was, en Hij onderwijst. Hij laat de Bhagavad-gītā na om ons aan onze relatie met Kṛṣṇa te herinneren, en Hij verzoekt dat "Geef alsjeblieft al jullie onzinnige inlatingen als varkens op. Kom alsjeblieft terug naar mij; Ik zal je bescherming geven," sarva-dharmān parityajya (BG 18.66). Dat is Kṛṣṇa's taak, omdat Kṛṣṇa de vader is van alle levende wezens. Hij is niet gelukkig dat al deze levende wezens aan het wegrotten zijn in deze materiële wereld. Daarom is het zijn zaak. Hij komt soms persoonlijk; Hij zendt zijn vertegenwoordiger, Hij zendt zijn zoon, net zoals Heer Jezus Christus. Hij beweert dat hij de zoon is. Dit is best mogelijk, dat... Iedereen is zoon, maar deze zoon betekent een bijzonder favoriete zoon die is gezonden naar een bepaalde plek om hen terug naar huis te roepen, terug naar God."
|