"Het is net zoals een kind dat dagelijks de zon in het oosten ziet opkomen — derhalve is de oostelijke kant de vader van de zon. Is de oostelijke kant de vader van de zon? De zon is er altijd, het is jij die hem 's ochtends in het oosten ziet verschijnen. Meer niet. Het is je gezichtshoek. Niet dat de zon geboren wordt aan de oostelijke kant. De zon is altijd aanwezig in de hemel. Op dezelfde manier is Kṛṣṇa er altijd, maar voor de dwaze persoon lijkt het alsof Hij geboren wordt. Ajo 'pi sann avyayātmā. Ajo 'pi: "Ik heb geen geboorte." Ajaḥ. Dit woord wordt gebruikt. Ajo 'pi sann avyayātmā bhūtānām īśvaro 'pi san. Dus hoe kan je Kṛṣṇa's geboorte vergelijken met een normale geboorte? Als iemand weet wat Kṛṣṇa's geboorte is, wordt hij bevrijd. Janma karma me divyam yo jānāti tattvataḥ."
|