"Dus wanneer je jezelf in Kṛṣṇa bewustzijn houdt: je leeft in spirituele energie, en wanneer je zonder Kṛṣṇa bewustzijn bent: je leeft in materiële energie. Wanneer je in de materiële energie leeft, dan je verlichtende kwaliteit, omdat je vuur bent, maakt deel uit van Kṛṣṇa; dat is bijna uitgedoofd. Daarom zijn we vergeetachtig van Kṛṣṇa. Onze relatie met Kṛṣṇa is zo goed als uitgedoofd. En opnieuw, het vuur, vonk, als hij neervalt op droog gras, dan geleidelijk aan, het gras wordt brandend. Dus als we zijn... Omdat in deze materiële wereld er drie geaardheden van materiële natuur zijn. Als we verbonden zijn met de kwaliteit goedheid, dan wordt onze spirituele energie opnieuw brandend vuur."
|