"Er zijn vele dehīs. Dehīs betekent iemand die dit materiële lichaam aanvaard, hij wordt dehī genoemd. In de Bhagavad-gītā ook wordt het gezegd, kaumāraṁ yauvanam jara, tathā dehāntara-prāptiḥ dhīras tatra na muhyati (BG 2.13). Dehinām iha dehiṣu. Dus dehī betekent ik ben niet dit lichaam, maar ik heb dit lichaam aanvaard. Net zoals we een andere soort jurk aanvaarden, op dezelfde manier, naargelang mijn verlangen, naargelang mijn karma, heb ik een zeker type van lichaam aanvaard, en volgens dat lichaam, ben ik onderworpen aan verschillende types van pijnen en plezieren. Dit is aan het gebeuren."
|