"God is niet je bestellings-leverancier. Je creërt oorlog en bid naar de kerk. Waarom creër je oorlog? Voorkomen is beter dan . . . Tenzij je Kṛṣṇa bewust bent, dan zal je—tena tyaktena bhuñjīthā (ISO 1)—je zal inbreuk maken op anderman's eigendom. Die pāpa-bīja moet worden gedood. Nu, na oorlog te hebben gecreëerd . . Wat is het nut? Na oorlog te hebben gecreëerd door je eigen fout, als je naar de kerk gaat en tot God bid, "Alsjeblieft red me," dus wie wilde dat je deze oorlog creëerde? Zij zijn deze oorlogen aan het creëren, en zij maken God als bestellings-leverancier.: "Nu heb ik oorlog gecreëerd. Alsjeblieft stop het." Waarom? Deed je het door middel van de goedkeuring van God? Dus zij moeten lijden."
|