"Wanneer je de dienende houding hebt, dan wordt Kṛṣṇa tevreden. Hele proces is dienen, overeenkomstig met iemands bekwaamheid. Dus het is niet vereist dat iemand op die of die manier moet dienen. Nee. De instelling moet zijn dienen naar het beste vermogen. Neem, bijvoorbeeld, ik kwam hier met een dienende houding, dat ik enige dienst moest geven aan mijn Guru Mahārāja, niet dat ik dacht aan succes. Maar de instelling was dat Guru Mahārāja me vertelde dat ik iets moest doen, wat ik ook kan. Het kan mislukking zijn; het kan succes zijn—laat me proberen. Deze dienende instelling is het enige doel."
|