"Wanneer je zonder verlangens wordt, dat is je vrijheid. Verlangenloos betekent geen verlangen om te willen heersen over de materiële wereld. Nu verlangen we om te heersen over de materiële wereld. Iemand probeert om een zeer grote zakenman te zijn, iemand is aan het proberen om een minister te worden, iemand is aan het proberen om dit en dat te worden. Altijd worden zij geleid door het verlangen. Wanneer dat verlangen zal worden gezuiverd, dat "ik zal gewoonweg God dienen, of Kṛṣṇa,"dan ben je gezuiverd. Anders zul je dat soort lichaam moeten aannemen om je verlangen te vervullen."
|