"Dus als we willen begrijpen, als we God willen leren kennen, moeten we zijn toegewijde worden. Toegewijde betekent dienaar—geen betaalde dienaar, maar dienaar door liefdevolle toewijding. Net zoals, deze jongens, Europese jongens, Amerikaanse jongens en sommige Filippijnse jongens, zij proberen om mij te dienen, maar zij zijn geen betaalde dienaar; zij zijn dienaar door genegenheid. Net zoals vader en moeder soms de dienaar van hun zoon worden. De zoon, het kleine kind, ontlast zich, en de moeder kuist het op. Dat betekent niet dat de moeder een veegster is geworden. De moeder is moeder, maar uit genegenheid dient ze. Op dezelfde manier, wanneer we God met toewijding dienen, liefdevol, dan openbaart God zich: ataḥ śrī-kṛṣṇa-nāmādi na bhaved grāhyam indriyaiḥ (CC Madhya 17.136)."
|