"Als gewoon de poging er is om de Allerhoogste Heer te verheerlijken. Dat is een feit. Of het nu in juist of fout taalgebruik is neergeschreven, doet er niet toe. Het doet er niet toe. Als het hele idee gericht is op de verheerlijking van de Allerhoogste Heer, dan nāmāny anantasya yaśo 'nkitāni yat gṛṇanti gāyanti śṛṇvanti sādhavaḥ. Dan zijn degenen die werkelijk sādhu zijn, zelfs ondanks al deze gebreken, want hun enige aanzet is de Heer verheerlijken, dan horen zij het, degenen die sādhu zijn, degenen die toegewijde zijn. Śṛṇvanti gāyanti gṛṇanti."
|