"Materiële wereld betekent deze vijf elementen, grofstoffelijk en subtiel. Aarde, water, ether, vuur, lucht, deze zijn grofstoffelijk. En de geest, intelligentie en ego, deze zijn subtiel. Deze elementen, materiële elementen, Kṛṣṇa zegt, bhinnā me prakṛtir aṣṭadhā (BG 7.4): "Deze materiële elementen, ze zijn gescheiden, maar zij zijn Mijn energie. Zij zijn mijn energie." Hetzelfde voorbeeld: Net als een wolk. De wolk is gecreëerd door de zon. Het is de energie van de zon wat de wolk creëert. Weet je. Door de temperatuur is het zeewater verdampt, neemt de vorm van gas aan. Dat is een wolk. Dus de wolk is gecreëerd door de energie van de zon, maar wanneer er een wolk is kan je de zon niet zien; de zon is bedekt. Op dezelfde manier, materiële energie is Kṛṣṇa's energie. Maar wanneer je bedekt wordt met deze materiële energie kan je Kṛṣṇa niet zien. Dit is de positie."
|