"Onze ogen, we hebben geslotenheid, ooglid sluit. Maar Viṣṇu's oogleden sluiten nooit. Daarom wordt Hij animiṣa genoemd. Daarom veroordeelden de gopīs Brahmā, dat "Waaraan hebben wij deze onzin oogleden verdiend? (gelach) Soms sluit het oog; we kunnen Kṛṣṇa niet zien." Dit is het verlangen van de gopīs, ze willen Kṛṣṇa altijd zien zonder verstoord te worden door de oogleden. Dit is Kṛṣṇa bewustzijn. Het moment dat de ogen worden gesloten door de oogleden is ondraaglijk voor hen. Dit is de perfectie van Kṛṣṇa bewustzijn."
|