"Je kan niet zeggen dat, "Ik wil dit soort van lichaam." God is niet onze bestellingsleverancier. Je zal krijgen. Of je er naar vraagt of er niet naar vraagt, jij, naargelang je karma, je zal een volgend lichaam krijgen, karmaṇā daiva . . . door de hogere regeling. Als je in dit leven werkt zoals God, zul je in je volgend leven een Goden lichaam krijgen. En als je in dit leven zoals een hond werkt, dan zal je vervolgens het leven van een hond krijgen. Dat is niet in jouw handen. Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇaiḥ karmāṇi sarvaśaḥ (BG 3.27). Guṇaiḥ, naargelang je kwaliteiten, zoals je werkt, and prakṛti, de natuur, zal je een gelijksoortig lichaam geven."
|