"Dus om te spelen met Kṛṣṇa, om een metgezel van Kṛṣṇa te worden, om te dansen met Kṛṣṇa: dat is geen gewoon ding. We willen dat doen. We willen dat hier doen. We hebben vele sportclubs, dansclubs, omdat we dat willen doen. Maar we willen dit doen in de materiële wereld. Dat is ons defect. Hetzelfde ding kan je doen met Kṛṣṇa. Wordt gewoon Kṛṣṇa bewust en je krijgt de kans. Waarom ben je hier aan het lijden voor sport en dans? Dat wordt dharmasya hy āpavargyasya (SB 1.2.9) genoemd. Stop dit, ik bedoel te zeggen, altijd pijnlijke conditie van het materiële leven. Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti (BG 4.9). Omdat we dit materiële lichaam hebben. Dit materiële lichaam betekent het reservoir te zijn van al het lijden. Door kunstmatige methode, zogenaamde wetenschappelijke vooruitgang, proberen we ons op te lappen, maar dat is geen echt geluk."
|