"Vyāsadeva, onder de instructie van zijn spiritueel meester, Nārada, hij mediteerde in bhakti-yoga, en hij zag de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Apaśyat puruṣaṁ pūrṇam. Pūrṇam betekent compleet. Dus wij zijn ook puruṣa, levende wezens. Puruṣa betekent genieter. Dus we proberen ons te vermaken, maar we zijn incompleet, niet compleet. We hebben zoveel verlangens om te genieten, maar we kunnen dat niet omdat we incompleet zijn. Er zijn... Dat lied wordt gezongen door Vidyāpati, dat tātala saikate vāri-bindu-sama (Śrīla Vidyāpati Ṭhākura). Tātala saikate. In het hete zand van een strand vereist men zoveel water. Maar als iemand zegt, 'Ja, ik zal water leveren.' 'Geef me wat water.' 'Nee, één druppel.' Dus dat zal me niet tevreden stellen. Dus we hebben zoveel verlangens. Dat kan niet vervuld worden door de zogenaamde materiële vooruitgang van het leven. Het is niet mogelijk."
|