"Degenen die denken dat Kṛṣṇa's lichaam materieel is, zij worden Māyāvādī genoemd. Maar eigenlijk is Kṛṣṇa's lichaam niet materieel. Het bewijs is dat Kṛṣṇa het verleden, het heden en de toekomst kent. In het materiële lichaam is dat niet mogelijk. Net zoals ik mijn vorige lichaam had in mijn vorige geboorte, maar ik kan het me niet meer herinneren. Als iemand mij vraagt, 'Wat was u in uw vorige leven?' het is erg moeilijk, want de dood betekent vergetelheid. We sterven niet. Voor zover het de levende wezens aangaat, we sterven niet. Na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). We sterven niet. Dit is een ziekte, dat we een vreemd lichaam aanvaarden, materieel lichaam. En het vreemde lichaam is een machine. Net zoals je een auto hebt. Je kunt in de auto rijden zo lang als de machine werkt. Maar zo gauw als de machine niet meer werkt, dan moet je van auto veranderen. Het is zoals dat."
|