"Dus als je werkelijk je alles, je leven overgeeft... Prāṇair arthair dhiyā vācā (SB 10.22.35). We kunnen ons leven opofferen, onze rijkdom-prāṇa, artha. We kunnen de intelligentie opofferen. Iedereen is intelligent. Als hij opoffert... Dit wordt yajña genoemd. Als je overg... Je hebt wat intelligentie. Iedereen is intelligent genoeg om hoe zijn zinsbevrediging erg mooi te maken. Zelfs een mier weet hoe hij zijn zintuigen moet bevredigen. Dus je moet dat opofferen. Bevredig niet je zintuigen, maar probeer om de zintuigen van Kṛṣṇa te bevredigen. Dan ben je perfect."
|