"Dus alles is mogelijk vanuit elk deel van het lichaam, transcendentaal lichaam. Dat is spiritueel lichaam, sac-cid-ānanda-vigraha (BS 5.1), almachtig. Dat wordt uitgelegd in de Brahma-saṁhitā, aṅgāni yasya sakalendriya-vṛttimanti. De ledematen en de delen van het lichaam hebben de kracht van elk ander ledemaat. Net zoals we een kind kunnen verwekken, we kunnen zwanger worden door het genitaal (geslachtsdeel), maar het is niet vereist voor de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. In de Veda's wordt gezegd: sa aikṣata: "gewoon door te kijken." Hetzelfde. "Zij (Hij) wierp een blik op de totale materiële energie, en de materiële energie, totale mahat-tattva, raakte in beroering/opgewonden." Toen, de éne na de andere, was de schepping daar."
|