"Dus er zijn twee dingen die we heel gemakkelijk kunnen begrijpen: de ene is dode materie en de andere is levenskracht. Wij zijn in feite levende kracht. Levende kracht, wij zijn bedekt door de materie, en volgens de verschillende soorten bedekking, vertegenwoordigen we verschillende soorten levensomstandigheden. Dus deze levende kracht, ingekapseld zijnde door de dode materie, is een strijd om het bestaan. De levende kracht die probeert uit de materiële omhulling te komen, dat heet strijd om bestaan. De levende kracht is van nature blij. De allerhoogste levende kracht is God, Kṛṣṇa, en wij zijn een essentieel onderdeel van de levende kracht."
|