| "Gewoon zoals we onze studenten onderwijzen, word gewoon een toegewijde, offer namaskār, man-manā bhava mad-bhakto (BG 18.65), denk altijd aan Hem, en je zult naar Hem gaan. Het is helemaal niet moeilijk. Bahavo jñāna -tapasā mad-bhāvam āgatāḥ (BG 4.10): "Bahavo, velen zijn tot Mij gekomen." Hoe? Jñāna-tapasā, "Door kennis en tapasya, gezuiverd te zijn, komen ze tot Mij", zegt Kṛṣṇa. Waarom ben je teleurgesteld? Je kunt gaan. Kṛṣṇa is open. Te 'pi yānti parāṁ gatim (BG 9.32). Striya śūdra tathā vaiśya: zelfs de minder intelligente vrouwen, de śūdra, vaiśya, kunnen Hem komen zien. Waar is de moeilijkheid? Zelfs als je het laagst geboren bent, kun je gaan. Kṛṣṇa staat open voor iedereen. Je wordt gewoon gekwalificeerd, dat is alles. En wat is de kwalificatie? Man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī māṁ namaskuru (BG 18.65): "Denk gewoonweg altijd aan mij, word Mijn toegewijde, bied Mij je respect aan, en man-manā, aanbid Mij.' Dat is alles. Vier dingen.'
|
