"Na te viduḥ svārtha-gatim. Iedereen heeft eigenbelang. Iedereen behartigt zijn eigenbelang. Dat is goed, heel goed. Maar weet je wat jouw eigenbelang is? Dat weten ze niet. Iemand denkt, "Mijn eigenbelang is dit"; iemand denkt: "Mijn eigenbelang is dit", en daarom is er botsing, strijd, gevecht. Maar eigenlijk, is het eigenbelang één, voor de, althans voor de mens. Wat is dat? Realisatie van God. Het is even belangrijk voor de Amerikanen, het is even belangrijk voor de Indiërs; even belangrijk voor elk levend wezen, vooral voor de beschaafde mens. Dit is eigenbelang. Athāto brahma jijñāsā. Wat is die absolute waarheid? Jīvasya tattva-jijñāsā (SB 1.2.10). Dat zou onze eerste zaak moeten zijn. Natuurlijk hebben we een woonruimte en eetgerei en een seksarrangement of verdedigingsarrangement nodig. Dat is vereist. Doe dat. Maar vergeet je hoofdactiviteit niet. Dan ben je katten en honden. Je voornaamste bezigheid is de realisatie van God."
|