"De zaak van een brāhmaṇa is: paṭhan pāṭhan, yajan yājan, danaḥ pratigrahaḥ. Brahmaṇa betekent dat hij zelf geleerd is. Hij is erg geleerd. Dat is brāhmaṇa's eerste kwalificatie. En hij maakt anderen ook geleerden, niet dat hij zelf een geleerde blijft. Dit wordt paṭhan pāṭhan genoemd. Dan yajan yājan. Yajan betekent dat hij de Deity aanbid, en hij leert anderen hoe ze moeten aanbidden. Danaḥ pratigrahaḥ: hij aanvaardt liefdadigheid van anderen, bijdragen, en hij geeft het aan anderen. Dat hebben we gezegd, denk ik. Wat hij overdag krijgt, geeft hij 's nachts. Dit zijn dus zes principes om een brāhmaṇa te worden."
|