"janma-mṛtyu-jarā-vyādhi-duḥkha-doṣānudarśanam (BG 13.9). We proberen... onze strijd om het bestaan betekent dat we proberen te verzachten hoe we leed kunnen vermijden. We willen geluk. En Kṛṣṇa presenteert dat: "Hier is je angst, dat je moet sterven. Wat heb je hiervoor gedaan? Hier is je echte nood.' Je bent misschien geboren met een rijke Amerikaanse nationaliteit of misschien heb je zeer goede wolkenkrabbers en zeer, zeer mooie auto's. Maar je kunt er elk moment uit worden gezet, meneer. Wat je hiervoor hebt gedaan, dat je voor al dit plezier verzekerd bent? Waar is die verzekering? Je hebt het zo druk met deze zaken, maar waar is je verzekering dat je hiervan mag genieten? Dit is intelligentie. Je wordt er elk moment uit gegooid. Dan is al je arbeid verspild."
|