"In de spirituele wereld is er geen noodzaak om het lichaam te onderhouden. Het lichaam is spiritueel. Zoals we hier hebben in deze materiële wereld, om dit lichaam te onderhouden moet ik eten, ik moet slapen, ik moet mijn zintuigen bevredigen en ik moet verdedigen - de vier benodigdheden. Āhāra-nidrā-bhaya-maithunaṁ ca. En het spirituele lichaam betekent dat je deze vier soorten lichamelijke eisen niet meer hebt. Dat is spiritueel leven. Dat betekent niet eten, niet slapen, geen seks en geen verdediging. Die Gosvāmīs, zes Gosvāmīs in Vṛndāvana, zij beoefenden het. Nidrāhāra-vihārakādi-vijitau. Ze veroverden slapen, eten, seks en verdedigen. Nidrā betekent slapen, āhāra betekent eten, vihāra betekent seks. Nidrāhāra-vihārakādi-vijitau. Veroverd. Dus dit is de vooruitgang van spiritueel leven. Wanneer we deze dingen hebben veroverd; dat betekent dat we tot het spirituele platform zijn gekomen."
|