"Iedereen kan een toegewijde worden. (pauze) ... yoni, zij kunnen ook een perfecte toegewijde worden. (pauze) Dit is de kracht van God. Hij kan iedereen bevrijden, zonder enige overweging. Daarom paṇḍita is sama-darśinaḥ. Hij maakt deze onderscheidingen niet. Hij ziet dat "Hij is een geestelijke ziel. Laat hem dus bevrijd worden." Dat is alles. Paṇḍitāḥ sama-darśināh (BG 5.18). Op materieel vlak is er verdeeldheid: Hij is zwart, hij is wit, hij is dit, hij is dat. Dit is materieel. Geestelijk is er geen verdeeldheid. Éen. (pauze) Ze maken, wat wordt genoemd, ook geestelijke scheiding. Dat is hun dwaasheid. Geestelijk is er geen scheiding. Samaḥ sarveṣu bhūteṣu mad-bhaktiṁ labhate param (BG 18.54)."
|