"Iedereen gaat dood. Je vader sterft, je moeder sterft, je vriend sterft, en toch, als je het niet kunt begrijpen, hoe is het dan mogelijk om je het te laten begrijpen? Elke dag zie je zoveel mensen sterven. Ahāny ahāni lokāni gacchanti yamālayam iha. Elk moment, elke dag, zien we zoveel dieren of mensen sterven. Śeṣaḥ sthitam icchanti kim āścaryam... Maar diegene die leeft, hij denkt: "Ik zal niet sterven. "De dood is onvermijdelijk, maar toch denkt hij: "Ik ga niet dood." Dat is het probleem. Iedereen gaat dood en iedereen probeert niet dood te gaan. Dat is het probleem."
|