"In ieder ander religieus systeem zeggen ze: "Onze leider is de zoon van God." Iemand zegt: "Dat is hij. . . Onze leider is een dienaar van God.' Dus nu, omdat je niet wist wie de meester is, wie de vader is, is het geleidelijk aan afgenomen. Nu moeten we het weten. De Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging beloont: 'Hier is de vader van de zoon van God — Kṛṣṇa. Hier is de meester van de dienaar." Dit is Kṛṣṇa-bewustzijn. Er is dus geen ruzie met andere religieuze systemen. Ze kennen gewoon de zoon van God, maar ze weten niet wie de vader van de zoon is. Dat is Kṛṣṇa. Ahaṁ bīja-pradaḥ pitā Kṛṣṇa zegt: "Ik ben de zaadgevende vader." Wiens vader? Sarva-yoniṣu: "In alle vormen van levend wezen." Sarva-yoniṣu kaunteya sambhavanti (BG 14.4). Beginnend bij de microscopisch kleine levende wezens tot aan de Brahmā, de grootste. Dus Kṛṣṇa beweert dat "Ik zowel de vader van Brahmā als de microscopische kiem ben." Sarva-yoniṣu".
|