"Smaak is dat jīvera svarūpa haya nitya-kṛṣṇa-dāsa (CC Madhya 20.108-109): Wij zijn eeuwige dienaar van God. Dit is onze dharma, of grondwettelijke positie. Net zoals suiker zoet is. Dat is de smaak. Als suiker zoutig is, hoewel ze er allebei hetzelfde uitzien, wit poeder, maar als ik je suiker geef en het is eigenlijk echt zout, dan zeg je meteen: "Oh, dit is geen suiker. Dit is geen suiker." Hoe? Door de smaak. Zo heeft ook alles zijn grondwettelijke positie. De suiker is zoet en de chili is scherp. Als suiker scherp is en chili zoet, dan gooi je het weg. Het is niet echt. "Het is niet echt. Op dezelfde manier, wat is de grondwettelijke positie van de mens, dharma? Om te dienen. Dit is de grondwettelijke positie. Ieder van ons, we dienen. Zonder dienst hebben we niets anders te doen." Dit is dus onze grondwettelijke positie. Maar we dienen verkeerd; daarom zijn we niet tevreden. Dit is de stand van zaken."
|