"Dus, onder deze misvatting van het leven, handelen we gewoon ongunstig. Waarom ongunstig? Omdat we blind aan het werken zijn. We weten niet wat ons volgende leven is, of we geloven niet in het volgende leven. Maar je gelooft erin of niet; het volgende leven is daar. Zoals het kind zijn volgende leven heeft, heeft de jongen zijn volgende leven, de jeugd heeft zijn volgende leven, zo heeft de oude man zijn volgende leven. Je gelooft erin of niet; je moet het volgende leven aanvaarden. Vāsāṁsi jīrṇāni yathā vihāya (BG 2.22). Dit is echt onderwijs. Je moet het volgende leven aanvaarden. Wat voor soort volgend leven je ook krijgt, je moet je voorbereiden in dit leven. Dat is gunstig. Dat is bhadrāṇi."
|