"Sa vai manaḥ kṛṣṇa-padāravindayoḥ (SB 9.4.18 ). Het is onze taak om onze geest te fixeren op de lotusvoeten van Kṛṣṇa. Dus deze Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa chanten, zal ons helpen. Zodra we zingen, horen we. Het is niet zo dat je simpelweg door Kṛṣṇa te zien perfect wordt. Ook door Kṛṣṇa te horen. Dit is ook een ander gevoel. We verzamelen kennis van verschillende zintuigen. Stel dat er een goede mango is. Dus, wanneer je zegt: "Laat me eens kijken hoe de mango is", maar je ziet het. Nee, dit zien is onvolmaakt. Je neemt een klein deel van de mango en proeft het; dan kun je het begrijpen. Er wordt dus ervaring opgedaan met verschillende zintuigen."
|