"Je hoeft niet eens te eten. Er zijn veel heilige personen, zij eten niet. Hoe werken ze? Raghunatha dāsa Gosvāmī at niet. Hij was... Om de 2 dagen at hij, weinig boter, zo veel, dat is alles. Dat niet dagelijks; om de 2 dagen. Dus eigenlijk hoeven we niet te eten. Eten, slapen, seks en verdediging - dit zijn lichamelijke behoeften. Maar jij bent niet dit lichaam. Als je op het spirituele platform komt, is er geen noodzaak van deze vier principes. Dus dat is jouw fout, dat je denkt: 'God heeft een lichaam zoals ik. Hij heeft eten nodig om het te voeden'. Dat is jouw dwaasheid. Aṅgāni yasya sakalendriya-vṛttimanti. Zijn lichaam is zo gemaakt dat Hij het werk van elk ledemaat kan uitvoeren door een ander ledemaat. Net zoals we kunnen zien met de ogen. Zodra we de ogen sluiten, kunnen we niet zien. Maar Kṛṣṇa kan zien door Zijn oor. Zodra je tot Kṛṣṇa bidt, ziet Hij je onmiddelijk: Oh, hier is mijn toegewijde', door het geluid van je gebed te horen."
|