"Kan ik je toevallig een hond maken? Dat is niet mogelijk. Geen kans. Het is door karma-phala. Kāraṇaṁ guṇa-saṅgaḥ (BG 13.22). De kans is groot dat je een schurk bent, dwaas; je weet niet door welk toeval je mij wat gaat maken. Net zoals je door een ziekte bent besmet, en je lijdt aan die ziekte. Dus dit gebeurt met de boef. Iemand die intelligent is, hij infecteert niet. Hij is altijd voorzichtig. Daarom is deze kans op infectie er niet. Eigenlijk kun je geen "toeval" zeggen; het is je onwetendheid. Je creëert toeval. Omdat je niet weet wat er na iets zal gebeuren; door onwetendheid is het toeval. Maar als je je volledig bewust bent, is er geen sprake van toeval. Een intelligente student, hij denkt niet: "Door toeval ben ik geslaagd." Hij leest goed. Hij verschijnt in het examen, geeft het juiste antwoord. Het is geen toeval. En als hij denkt: 'Oké, toevallig slaag ik voor het ex...' is het erg intelligent? Die schurken praten zo."
|