"We worden geboren, we bestaan een tijdje, we groeien, dan zijn er wat bijproducten, en dan worden we oud en dan sterven we. Dit wordt ṣaḍ-vikāra genoemd; zes soorten veranderingen. Maar de ātmā (ziel) is hetzelfde. Het voorbeeld wordt gegeven: Net als een boom, elke boom, zeg maar een mangoboom. Tijdens het seizoen, het zomerseizoen, zijn er bloemen in de boom, en dan groeien ze de kleine groene mango: dan wordt het geel of roodachtig, en dan wordt het wordt rijp. Dan zit er een zaadje in de mango. En dan, als het overrijp is, valt het naar beneden. Dan is het afgelopen, de zaken zijn afgelopen. Op dezelfde manier... Maar als de mango op is, betekent dit niet dat de boom ook af. De boom is er, en volgend seizoen zal er weer mango zijn en zullen dezelfde veranderingen doorgaan."
|