"Pravṛttiṁ ca nivṛttiṁ ca, janā . . pravṛttiṁ ca nivṛttiṁ ca, janā na vidur āsurāḥ (BG 16.7). Janā, er zijn twee soorten mannen: Asura en daiva. Daiva āsurā eva ca. Er zijn er twee, in het geheel universum, zijn er twee klassen van mensen: De ene wordt daiva genoemd, de andere wordt asura genoemd. Wat is het onderscheid? Viṣṇu-bhaktaḥ bhaved daiva āsuras tad-viparyayaḥ (CC Adi 3.91). Iemand die zijn relatie met God kent, wordt daiva genoemd, en iemand die niet weet, net als dieren, zij worden asura (demoon) genoemd. Er is geen bepaalde kaste of geloofsovertuiging, dat: Hier is een kaste van asura, hier is een kaste van daiva. Nee. Iedereen die weet wat God is en zijn relatie met God, sambandha, en dan volgens die relatie werkt en het doel van het leven bereikt, hij wordt daiva of devatā genoemd. En iemand die dit niet weet, wat het doel van het leven is, wat God is, wat mijn relatie met God is: hij is asura."
|