"Nee, ze weten niet wat de natuur is. De natuur is een instrument, en er moet een bestuurder zijn. Dat weten ze niet, dat er een bestuurder is. Net zoals een kind denkt dat de auto automatisch gaat. Hij weet niet dat er een bestuurder is. Het kind ziet dat het vliegtuig vliegt. Ze denken dat het automatisch gaat. En er is een piloot, maar het kind weet het niet. Op dezelfde manier, bestuderen deze schruken de natuur, maar de natuur is slechts een instrument. Het wordt bediend door Kṛṣṇa. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram (BG 9.10) Ze hebben praktische ervaring dat een machine zonder bediener niet kan werken. In de enorme machine, hoe werkt het zonder dat er een bestuurder is? Dat weten ze niet."
|