"Śrīmad-bhāgavata-dharma is voor de persoon die niet jaloers is. Paramo nirmatśarāṇāṁ (SB 1.1.2). Ditzelfde woord wordt in het begin gebruikt, dat: "Deze bhāgavata-dharma is bedoeld voor personen die niet jaloers zijn." Anders, de materiële wereld is vol jaloezie. Zelfs gedurende de tijd van Kṛṣṇa was er Paundra, uit jaloezie. En er waren er zoveel. Vanaf Kṛṣṇa's geboorte, de asuras (demonen), zij waren jaloers: "Hoe Kṛṣṇa te vermoorden." Dit is de hele mat . . . zelfs in het hogere planetenstelsel is de jaloezie er; asuras (demonen) en de devas (halfgoden), devāsura. Dus, onze taak is, volgens de instructies van Caitanya Mahāprabhu: Tṛṇād api sunīcena taror api sahiṣṇunā. Deze jaloezie zal doorgaan. Daarom moet men leren jaloezie te tolereren. "
|